fbpx

22 januari 2016

Nieuwe INR waarde voor Trombose patiënten

Met ingang van 1 januari 2016 is het gebied waarbinnen de INR van trombosedienstpatiënten zich moet bevinden iets naar beneden aangepast. Dit besluit is genomen door de landelijke koepelorganisatie van trombosediensten de FNT (Federatie van Nederlandse Trombosediensten), en leidt ertoe dat de INR-gebieden nu gelijk zijn getrokken aan de internationaal gehanteerde waarden, te weten:

  • 1e INR streefgebied 2.0 – 3.0 (dit was INR 2.5 – 3.5)
  • 2e INR streefgebied 2.5 – 3.5 (dit was INR 3.0 – 4.0)

Met deze wijziging van de therapeutische range sluit de FNT aan bij de nieuwste landelijke en
internationale richtlijnen.

De arts, die de patiënt naar de trombosedienst verwijst, geeft aan in welk range de
INR zich moet bevinden. Deze therapeutische range is gekoppeld aan de indicatie (de reden), waarvoor de patiënt
de antistollingsmedicijnen gebruikt, maar individuele omstandigheden spelen ook een rol.

Voor u heeft deze aanpassing geen directe consequenties. Uw behandeling is ook met de nieuwe waarden veilig. Misschien wordt uw dosering iets lager dan voorheen. (U kunt op uw doseerbrief zien of uw therapeutische range daadwerkelijk is aangepast.)

Is de nieuwe instelling ook veilig?
Er is heel veel onderzoek gedaan naar de nieuwe range, deze blijkt veilig te zijn ten aanzien van het risico op trombose. De verwachting is dat dit ook een gunstige uitwerking zal hebben op het risico op bloedingen.

Het voordeel van het gebruik van deze internationaal erkende grenzen is dat makkelijker vergelijkingen kunnen worden gemaakt met buitenlandse bevindingen.

Waarom de INR waarde is aangepast leest u hier >>